Klantenbeoordeling /10

Belasting op sparen en beleggen op de schop

In 2017 wordt eerst gesleuteld aan de huidige vermogensrendementsheffing. Het echte alternatief, een belasting van het werkelijke rendement, komt later.

Kritiek op ‘spaarbelasting’

De huidige belasting op het rendement uit vermogen is omstreden. Het grootste punt van kritiek: het rendement (spaarrente en koerswinst) is gedaald, terwijl het rendement waar de belastingdienst mee rekent gelijk is gebleven. Op dit moment betalen spaarders en beleggers 30% belasting over een verondersteld rendement van 4% op hun vermogen.

De spaarrente is de afgelopen jaren flink gedaald. Op een vrij opneembare spaarrekening ontvang je nu nog maximaal 0,8% rente. Het fictieve tarief van 4% wordt door de kleine spaarder als oneerlijk ervaren. De hoogste tijd dat het werkelijke rendement belast gaat worden. De politieke wil is er nu, de uitvoering laat echter nog wel even op zich wachten.

Vergelijk de actuele spaarrente >

Vermogensrendementsheffing verandert

Voor het zover is, wordt daarom eerst gesleuteld aan de huidige vermogensrendementsheffing. Op deze manier wordt deels tegemoetgekomen aan de kritiek van de kleine spaarder:

  • Vanaf 2017 gelden er 3 schijven in box 3 van de inkomstenbelasting. Daarbij wordt het veronderstelde rendement hoger, naarmate het vermogen groter is.
  • Daarnaast gaat het heffingvrij vermogen in 2017 omhoog naar € 25.000 per persoon.

Bekijk alle maatregelen van Prinsjesdag voor 2017

Werkelijke rendement belasten

Om het werkelijke rendement op vermogen te gaan belasten is een wijziging van het belastingstelsel nodig. Staatssecretaris Wiebes heeft aangegeven hier mogelijkheden voor te zien. Deze week heeft hij drie methoden aan de Tweede Kamer voorgelegd voor de heffing in Box 3. De 3 varianten in het kort:


  • Vermogensaanwasbelasting: jaarlijkse belastingheffing over ontvangen belasting, dividenden en behaalde koerswinsten.
  • Vermogenswinstbelasting: ontvangen rentes en dividenden direct belast. Vermogenswinst voor effectenbezitters wordt belast zodra deze zijn gerealiseerd.

Bij bovenstaande methoden wordt het belastbaar inkomen uit onroerend goed en andere vermogen forfaitair vastgesteld, dus middels een vast tarief.

  • In deze variant blijft het vaste tarief, met het verschil dat dit wordt toegesneden op de individuele belastingbetaler. Voor elk vermogensbestanddeel (spaargeld, aandelen, onroerend goed), wordt jaarlijks het gemiddelde macrorendement berekend en belast.

Het heffingsvrij vermogen blijft bij alle drie de varianten bestaan.

Stap dichterbij

Met het Belastingplan 2017 is de belasting van het werkelijke rendement op vermogen een stap dichterbij. Er gaat echter nog een tijd overheen voor het daadwerkelijk is doorgevoerd. Een wetswijziging is er op zijn snelst eind 2018 en daarna moet de Belastingdienst nog haar berekenmethoden aanpassen.

Dit artikel is geschreven door Roel van Oirschot

Eerste woning kopen?

Ontdek de mogelijkheden voor starters.

Aflossingsvrij

Bereken jouw mogelijkheden met een aflossingsvrije hypotheek

Overwaarde opnemen?

Bereken nu vrijblijvend jouw mogelijkheden.

Praat mee over "Belasting op sparen en beleggen op de schop".

  1. Het belasten van vermogenswinst op effecten is nagenoeg onmogelijk vanwege de vele wijzigingen in portefeuilles. Een groot probleem vormt bovendien hoe om te gaan met vermogensverliezen op bepaalde effecten.
    Het was eerlijker en evenwichtiger geweest om de effecten van de thans voorgestelde regeling te betrekken bij de 5 miljard lastenverlichting voor de werkenden. Dat had ook de gepensioneerden meer recht gedaan. Sommige groepen gepensioneerden zijn er sinds 2008 t.o.v. werkenden 11,2% op achteruit gegaan!!!

    Beantwoorden
  2. Als er één ding is wat we hebben kunnen leren uit het huidig stelsel, is het dat macro-normen niet werken op micro-schaal.
    Gewoon inkomen uit vermogen of onroerend goed individueel 1x per jaar opgeven en tegen 20% belasten.

    Beantwoorden
  3. Over vermogen wat al voorafgegaan is aan inkomstenbelasting nog een keer belasting betalen is naar mijn onterecht. Vermogen opbouwen heeft een functie voor onvoorziene gebeurtenissen, dan wel een iets extra om toch iets eerder of met toch iets extra te hebben bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Pensioenen die onzekerder zijn geworden en zijn versoberd. En inderdaad eens dat zeker de Vvd zich moet schamen voor deze oplossing met te hoge en nota bene ongelijke percentages. Overigens is dit kabinet van de Vvd het kabinet dat volop heeft genivelleerd.

    Beantwoorden
  4. Nu meteen moet het tarief omlaag niet later of in 2017 eens kijken wat we kunnen doen. nu is de rente 0,8% en GEEN 4%,
    dus tarief NU naar 30% van 0,8 % = 0,24% heffing op vermogen, meet een vrije voet van 23.000 per persoon. Dit is een eerlijk en billijk procedure, dus Minister J. Dijselbloem moet dit nu per 01-10-2016 invoeren en niet wachten tot volgend jaar. Hierdoor wordt de koopkracht verbeterd en zal dit gunstig voor de economie zijn op den duur, men kan dan veel meer besteden.

    Beantwoorden
  5. Schandalig, die nieuwe regeling. En zeker dat deze maatregel uit de koker van de VVD komt. Halbe Zijlstra noemde het kort geleden nog een jalouziebelasting. Hoe kan een particulier, die geen groot beleggingsrisico kan lopen 4,7% of 5,5% maken. Professionele beleggers lukt dat zelfs niet.

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Een complete hypotheekvergelijking?

Wij vergelijken méér dan 670 hypotheken.

040 311 60 22

We zijn weer bereikbaarop vrijdag om 09:00.
Bel direct